Zicht op de wereld – is je baby dragen met het gezichtje naar voren een goed idee?
Dit wordt een wat langer verhaal, lees je mee? Er zit ook een oefeningetje in om je wakker te houden 🙂 Sommige grote (en kleinere) draagmerken verkopen draagzakken waarmee je niet alleen op je buik of rug kunt dragen, waarbij je baby naar jou kijkt, maar waarmee je ook baby naar voren kunt laten kijken. Daarbij wordt vaak het woord ‘ergonomisch’ genoemd: je zou in deze dragers je baby ergonomisch kunnen dragen met het gezichtje van je af, omdat de knietjes gespreid worden en soms ook omhoog geduwd. Maar is dit daadwerkelijk ergonomisch? En hoe zit dat dan precies?
Ergonomisch dragen is de laatste jaren een modewoord. Eigenlijk elk merk dat draagzakken maakt, zegt dat het ergonomisch is. In feite zegt dit niet zoveel, het is geen beschermde term. Wat ‘we’ verstaan onder ergonomisch dragen, is dat de draagzak past bij de lichamelijke ontwikkeling van het kind, en comfortabel is voor de ouder. Daarbij vind ik het zelf ook heel belangrijk dat de draagzak uitnodigt om aan te sluiten bij de psychologische en sociale ontwikkeling van het kind.
Houding
– Een baby heeft van nature een licht gebogen houding: het ruggetje een beetje gebogen bij de onderrug, de knietjes opgetrokken. Hoofdje, rug en bekken vormen één geheel, samen maken ze deze houding, het ziet er vloeiend en natuurlijk uit. Deze houding moet door de draagzak worden ondersteund om het voor de baby ergonomisch te maken. De rug wordt dan rondom gesteund zolang de baby niet zelf kan gaan zitten. Deze licht gebogen houding past bij de ontwikkeling van jonge baby’s, maar geeft ook rust: onrustige baby’s overstrekken, strekkende baby’s kunnen onrustig worden.
Wanneer je met het gezicht naar voren draagt, is er met sommige draagzakken de mogelijkheid om de knietjes wel omhoog te houden. De licht gebogen houding is niet goed mogelijk: de baby wordt bij de schouders tegen de ouder aangedrukt. De schouderbanden lopen immers over zijn schouders richting de schouders van de ouder. Daarmee krijg je een strekking van de rug.
Oefeningetje (daar is ‘ie!): Ga maar eens op een stoel zitten met een rugleuning, je billen tegen de leuning. Trek dan je voeten op en zet ze voor je billen neer. Je merkt dat je rug wat bolt. Duw nu je schouders tegen de rugleuning. Nu voel je dat je rug zich strekt. Dit gebeurt ook in een draagzak waarbij de schouderbanden de baby naar achteren duwen.
De baby zit dan misschien wel met de beentjes gespreid, misschien zelfs wat met de knietjes omhoog, maar de rug is hol en de houding van hoofd, rug en bekken is niet meer één geheel.
Houvast
– Met het gezicht naar je toe, klemt de baby instinctief de beentjes lichtjes ‘om je heen’ (een kleine baby zit natuurlijk nog met de beentjes tegen je aan, anders zit het te ver gespreid, maar doet dit klemmen al wel). Als een aapje, eigenlijk. Dit gebeurt niet als de baby andersom zit, want jij zit niet tussen de beentjes 😉 alleen de draagzak zit daar. Daardoor mist de baby een deel van de ‘lichamelijke informatie’ die hij normaal wel krijgt, hij heeft geen houvast aan jou. Dat houvast geeft baby’s rust.
Rondslingeren
– De benen van de baby slingeren met de beentjes naar beneden hangend, gemakkelijk tegen jouw benen aan. Zitten de knietjes wel omhoog, dan slingeren de onderbenen gemakkelijk naar voren en rondom. Probeer het maar eens: ze komen overal tegenaan als je niet goed oplet! Ook met draagzakken waarbij een buideltje is gemaakt, hangen toch de knietjes van iets oudere kinderen al snel naar beneden.
Maar kun je zo wel dragen?
Een draagzak ondersteunt op deze manier dus niet de optimale houding van een baby. Is dat erg? Een oudere baby die zelf kan gaan zitten, kan best wat hebben en zal er niets aan overhouden. De ruggengraat en de spieren eromheen hebben zich verder ontwikkeld, een kind dat kan zitten, zit al een stuk rechter op. En veel baby’s vinden het wel heel leuk om meer te zien. Je kunt zelf als ouder prima inschatten of je baby hier aan toe is.
Voor jezelf draagt het wel zwaarder, omdat je baby geen houvast heeft aan jou en het zwaartepunt van je baby meer naar voren gericht is. Hoe groter je kind, hoe zwaarder dit zal worden. Je kunt zelf beslissen of je dat wilt en hoe vervelend je dat vindt.
Prikkels
Met het gezicht naar voren kan een kind alles zien. Dat vinden veel ouders een voordeel, het is de reden dat er veel naar gevraagd wordt. Tegelijk betekent het dat de baby álles ziet. Hij kan zich niet afsluiten voor de prikkels die op hem afkomen. Dat betekent dat je als ouders erg alert moet zijn op signalen van overprikkeling. Vaak herken je overprikkeling, doordat je baby haar gezicht naar je toedraait, je ziet een wazige blik in haar ogen komen of je voelt de spanning in zijn lichaam toenemen. Een jonge baby help jij als ouder om een teveel aan prikkels te reguleren, dat doe je onder andere met lichaamscontact.
Andersom gedragen is overprikkeling veel lastiger te merken: je ziet het gezichtje van je baby niet, je voelt de voorkant van zijn lichaam niet en je baby kan z’n gezichtje niet naar je toekeren als het teveel wordt. Je baby kan ook niet zien of goed voelen hoe jij reageert op een situatie, jouw gezicht is een belangrijke graadmeter. Helpen reguleren is ook lastiger zo. Op deze manier dragen kan daarmee leiden tot overprikkeling, wat weer kan leiden tot slecht slapen, onverklaarbaar huilen op een later moment en een chagrijnige baby. De ene baby is hier natuurlijk gevoeliger voor dan de andere, en leeftijd speelt ook een rol.
Zicht op de wereld
Moet een baby dan altijd maar met het gezicht naar je toe zitten? Nee. Het is ook belangrijk dat een jong kind mee kan kijken de wereld in, daar leren ze ontzettend veel van! Contact met andere mensen hebben, zelf kunnen rondkijken, zelf bepalen waar je je blik op richt, dat is heel belangrijk (zodra de baby er aan toe is natuurlijk – meestal is dit vanaf een maand of 3-4).
Dat kan heel goed vanaf de heup, of vanaf een plekje hoog op de rug. Op die plekken is het goed mogelijk om een ergonomische houding te bereiken, en de baby kan zelf besluiten wanneer het genoeg is geweest met al die nieuwe dingen. Wanneer je op de heup draagt, kan je baby je gezicht heel goed zien, draag je op de rug of heup, dan kan je baby z’n natuurlijke reflex om zich om je heen te klemmen heel goed gebruiken.
Kies je er voor om wel je baby met het gezicht naar voren te dragen, hou dan een aantal dingen goed in de gaten:
– zijn de mond en neus vrij, en kan je baby goed ademen?
– staat de draagzak in de juiste stand voor naar voren kijken?
– zit je baby comfortabel en worden de prikkels niet teveel?
Zelfstandigheid
Een belangrijke reden dat de grote merken dit type drager maken, is dat er veel vraag naar is. Niet zelden zijn ze gestart als familiebedrijven die in de loop van de jaren aangekocht zijn door beursgenoteerde investeringsmaatschappijen. En aandeelhouders worden blij van stijgende verkopen. Opmerkelijk is wel dat sommige van deze bedrijven tot een aantal jaar geleden heel overtuigd uitdroegen dat met het gezicht naar voren dragen niet ergonomisch is, ongeveer met de redenen die ik in deze blog noem. Baby’s zijn niet veranderd, de inzichten ook niet – maar de draagzakken wel.
Daarnaast sluimert er toch de aloude visie doorheen dat een baby snel de wereld ‘in moet’, om ‘zelfstandig te worden’. Nergens ter wereld worden baby’s zo naar voren geduwd als in onze maatschappij, letterlijk en figuurlijk. Maar juist baby’s die de tijd krijgen om de wereld rustig aan te ontdekken, staan later vaak steviger in hun schoenen – sneller is niet altijd beter.
Als het naar voren gericht dragen specifiek wordt gepromoot als ergonomisch, wordt daarbij vergeten dat een baby veel meer is dan alleen een lichaam dat in de goede houding gezet moet worden. Er staat in de handleiding van de draagzak meestal wel iets over ‘niet te lang, niet op drukke plekken’ maar het beeld wat vooral geschetst wordt in de promotie is ‘je kunt naar voren dragen! Hartstikke prima voor elke baby, leuk en gezellig!’ En dan zit je als ouder maar mooi met je overprikkelde kind dat ’s avonds niet kan slapen en niet te genieten is.
Informatie
Ouders maken hun keuzes op basis van de informatie die ze krijgen en kunnen vinden. Voor veel ouders is de informatie die ze hebben over dragen, de informatie die de fabrikant geeft in z’n promotie en handleiding. Maar is die informatie altijd juist en volledig? Ik denk van niet.
Er zijn overigens best situaties waarin een naar voren gerichte draagzak heel waardevol kan zijn, bijvoorbeeld voor rolstoelgebruikers. Een drager met een ferme heupband is dan niet altijd even praktisch, maar soms is het wel de beste keuze voor de ouder. In zulke situaties kan een dergelijke draagzak een uitkomst zijn. En ook in andere situaties is het jouw eigen keuze als ouder welke manier van dragen het beste bij jullie situatie past, maar dan heb je wél recht op alle informatie om een onderbouwde keuze te kunnen maken.
Wil je weten welke manier van dragen past bij jouw baby? Neem gerust contact met me op!