Welke houding heeft je kind in de draagdoek of draagzak ?

Dragen is heel prettig en ergonomisch voor baby’s, als je op een aantal punten let. Die punten hebben vooral te maken met de houding van je kind in de draagdoek of drager.

Ik loop deze punten hieronder met je door, zodat je weet waarom dit belangrijk is.

 

Een baby draag je altijd rechtop, met het gezichtje naar je toe (buik tegen buik), en stevig tegen je aan. De beentjes zijn een beetje gespreid, de knietjes zitten op navelhoogte – de kikkerhouding of M-houding (zie foto). De rug is een beetje gekromd zonder een bolletje te worden. Bij jonge baby’s moet er voldoende steun voor de nek zijn. Je baby zit zo hoog dat je gemakkelijk een kusje bovenop op het hoofdje kunt geven.

 

Stevig tegen je aan

Wanneer je je baby draagt, is het belangrijk om voldoende steun te geven. Door de draagdoek of draagzak strak genoeg te doen, zorg je voor die steun. Maar wat is strak genoeg? Dat is eenvoudig te testen: buig een beetje voorover. Komt je baby los van jouw lichaam? Doe de draagzak dan strakker. Een andere manier om te testen is voorzichtig met je hand tussen de schouderbladen van je baby duwen. Je baby mag daarbij niet rechter op of dichter tegen je aan komen te zitten.

De achtergrond hiervan: Een baby wordt geboren met een licht gekromde rug. In de loop van het eerste jaar ontwikkelt de ruggengraat zich langzaamaan tot de rechte houding, die nodig is voor staan en lopen. Een wat gekromde rug is dus de natuurlijke houding van een baby. Bovendien zorgt deze houding ervoor dat er geen onnodige druk komt op de ruggengraat en het bekken. Zo kan de baby lekker ontspannen in een draagdoek. Let er wel op dat de baby niet in elkaar zakt tot een bolletje: dan is het nodig om de drager strakker aan te trekken. Vanaf de zijkant gezien maakt je baby een J: bovenrug rechtop, en bij de billen een kommetje, zoals op het plaatje hierboven.

Gezichtje naar je toe

Wanneer je je baby met het gezichtje naar voren draagt, kan de rug niet zijn natuurlijke houding aanhouden, en trekt zelfs een beetje hol. De beentjes hangen al snel naar beneden. Ondersteunen tot in de knieholtes is zo eigenlijk niet mogelijk. Daarom is deze houding meestal niet zo prettig voor je baby. Ook kan je baby zich zo niet afsluiten voor prikkels (tegen mama of papa wegkruipen). Wil je kind meer zien van de wereld, dan kun je op de heup of op de rug gaan dragen. In dit blog lees je over met het gezicht naar voren dragen.

Rechtop

Vanaf de geboorte kun je het beste rechtop dragen. Als de baby goed gesteund wordt door een stevig geknoopte draagdoek, is dit de houding die het beste aansluit bij de lichaamsbouw van een baby. In de wieghouding (liggend in de draagdoek) bestaat het risico dat je baby met de kin op de borst zakt, wat ademhalingsproblemen kan veroorzaken. Ook is deze houding niet optimaal voor de heupontwikkeling. Bij jonge baby’s is het belangrijk om voor goede neksteun te zorgen. Je kunt bijvoorbeeld een spuugdoekje in de draagdoek rollen. De meeste draagzakken hebben een speciaal neksteuntje/slaapkapje.

Ademwegen vrij

Zorg er altijd, in elke situatie, voor dat je baby vrij kan ademen. Er mag geen stof over het gezichtje vallen. Ligt je baby graag met het neusje tegen je aan, en vertrouw je het niet? Draai dan zelf voorzichtig het hoofdje opzij.

Kikkerhouding

Deze houding is voor baby’s de meest natuurlijke houding: zet een baby op je heup en je ziet waarom. Jonge baby’s die opgepakt worden, trekken automatisch hun knietjes op. Zo kunnen ze zich makkelijk vastklemmen om het lichaam van hun moeder. De gespreide en gehurkte houding zorgt voor precies de juiste stand van de heupen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Spreid nooit verder dan je baby kan en wil. Om de kikkerhouding vast te houden, is het belangrijk dat de beentjes van je baby tot in de knieholtes ondersteund worden door de doek of drager. Vanaf dag 1 mogen de onderbeentjes en voetjes buiten de doek geknoopt worden. Met voetjes in de draagdoek zou je baby zich kunnen gaan afzetten.

Kusjeshoogte

Voor jezelf en voor je baby is het belangrijk om hoog genoeg te dragen: op de juiste hoogte kun je gemakkelijk, zonder je nek te strekken, een kusje op het hoofd van je baby geven. Op deze hoogte voel je het gewicht van je baby het minst, je kunt hem of haar goed in de gaten houden, en (als je een vrouw bent) door de vorm van je buste maak je de kikkerhouding met gekromde rug nog makkelijker voor je baby. Daarnaast is het ook bijna onmogelijk om niet steeds kusjes te geven op het hoofdje van je baby!

Wil je leren hoe je je baby in de juiste houding kunt dragen? Neem gerust contact met me op om een consult af te spreken!